Petite Messe Solennelle (Rossini) - 11 oktober 2014


PETITE MESSE SOLENNELLE 

De Petite Messe Solennelle is het mooiste werk dat Rossini in zijn latere jaren schreef en een van zijn allergrootste composities. Het feestelijke karakter en de bijzondere bezetting van Rossini's 'kleine mis' maken dit werk tot een juweeltje onder de koorwerken.

Rossini schreef de Petite Messe Solennelle in 1863 voor gravin Louise Pillet-Will. Hij noemde het ‘de laatste doodzonde van mijn oude dag’. De eerste uitvoering had plaats op 14 maart 1864 ter gelegenheid van de inwijding van de huiskapel van de gravin. Boven het manuscript noteerde hij: "Twaalf zangers van de drie sekses, mannen, vrouwen en castraten, zijn voldoende voor uitvoering: dat is acht voor het koor, vier voor de soli, bij elkaar de twaalf cherubijnen." De begeleiding werd toevertrouwd aan twee piano's en harmonium. In 1867 schreef hij een een orkestversie die hij zelf nooit meer gehoord heeft. 

De Petite Messe Solennelle is het mooiste werk dat Rossini in zijn latere jaren schreef en een van zijn allergrootste composities. Het feestelijke karakter en de bijzondere bezetting van Rossini's 'kleine mis' maken dit werk tot een juweeltje onder de koorwerken. Het karakter van de muziek varieert van verstilde intensiteit tot onstuimige opgetogenheid en zit vol met de memorabele melodielijnen en ritmische vitaliteit waar Rossini bekend mee geworden is. De mis bereikt haar hoogtepunt in het 'Agnus Dei', waar het koor de drievoudige smeekbede voor genade en vrede van de alt beantwoordt met een emotioneel a capella gezongen 'Dona nobis pacem', waarna de toonaard van mineur naar majeur verandert en soliste en koor samen in een laatste 'Dona nobis pacem' uitbarsten. 

"Lieve Heer, voilà, nu is deze povere kleine mis klaar. Is het werkelijk sacrale muziek (la musique sacrée) of vervloekte muziek (la sacrée musique)? Ik ben voor de opera buffa geboren, dat weet u best! Niet veel techniek, een beetje gevoel, dat is alles. Welnu, wees geprezen en gun mij het paradijs." Deze woorden, doorspekt met de voor hem zo kenmerkende ironie, noteerde Rossini in 1863 aan het einde van het manuscript van zijn Petite Messe Solennelle. 

ROSSINI 

De Italiaanse componist Gioacchino Rossini (1792-1868) werd geboren in Pesaro. Zijn moeder was sopraan en zijn vader was koperblazer in een rondreizend operagezelschap. Hij kreeg reeds vroeg zang- en klavecimbellessen en bezocht daarna het conservatorium in Bologna, waar hij contrapunt en cello studeerde.

Tijdens zijn studietijd componeerde hij reeds een opera en een cantate, die de aandacht trokken. De directeur van het San Moisé-theater in Venetië vroeg hem een komische opera te componeren. Na deze opdracht, "La Cambiale di matrimonio" (1810), kreeg Gioacchino Rossini snel andere opdrachten.

In 1822 trouwde Gioacchino Rossini met de beroemde sopraan Isabella Bolbran. Twee jaar later verhuisde hij naar Parijs en schreef drie opera's voor het Théâtre Italien. Na "Guillaume Tell" (1829) besloot Gioacchino Rossini geen opera's meer te schrijven, omdat hij zich niet aangetrokken voelde tot de opkomende romantiek. Hij woonde daarna afwisselend in Italië en Frankrijk. Uit deze late periode zijn vooral "Stabat Mater" (1842) en "Petite Messe Solennelle" (1864) bekend geworden. Gioacchino Rossini overleed in 1868 in Parijs.

Andere belangrijke werken van Gioacchino Rossini zijn: "Pietra del Paragone" (1812), "Tancredi" (1813), "I'Italiana in Algeri" (1813) en vooral "Il Barbiere di Siviglia" (1823).

(bron: CultuurArchief.nl)

Lees ook de biografie op Wikipedia >




Bart Van Casteren ◆ dirigent

Sinds 2004 is Bart Van Casteren dirigent van het Koninklijk Koor Sint-Cecilia. Naast het dirigeren is Bart ook professioneel pianist. Hij haalde als leerling van Levente Kende zijn meester- graad piano en finaliteit kamermuziek aan het conservatorium in Antwerpen. Als dirigent kreeg hij les van Ernest Maes op het con- servatorium, die hem ook zijn eerste opdracht gaf als assistent- dirigent aan de Nederlands-Vlaamse Opera in Maastricht. Zo kon hij in 1999 de productie van Il Trovatore mee gestalte geven.

Als pianist vormt hij al jaren met zijn echtgenote Samra Mackic een pianoduo dat in binnen- en buitenland concerteert en samen met acteur Eddy Van Cakenberghe verschillende tournees voor Jeugd en Muziek heeft gespeeld. Na masterclasses in Wenen en Frankrijk kwam hij in contact met Prof. Etienne Siebens, die hem gedurende vier jaar het privilege gaf bij hem les te komen volgen.

Naast het Sint-Ceciliakoor dirigeert Bart ook het Neretva Ensemble in Berchem, de Koninklijke Fanfare Sint-Willibrordus in Merksplas en het Vlaams Symfonisch Orkest in Mortsel.


Els Schoof ◆ piano

Els Schoof is de vaste pianiste van het Sint-Ceciliakoor. Zij studeerde piano aan het Antwerpse conservatorium. Zij begeleidt de musicalafdeling van de muziekhumaniora te Antwerpen en geeft er tevens pianoles. Els speelde in het verleden geregeld mee in grote musicalproducties van Studio 100 en Music Hall.








Alex Roosemeyers ◆ harmonium

Alex Roosemeyers studeerde aan het Koninklijk Muziek Conservatorium te Gent waar hij het Hoger Diploma Piano en Kamermuziek behaalde met grote onderscheiding.

Om zijn inzicht in de muziek te verruimen, legde hij zich toe op het bespelen van orgel, klavecimbel en pianoforte. Hij bekwaamde zich aan het Mozarteum te Salzburg, waar hij diverse meestercursussen volgde bij Prof. Kammerling en Prof. Dorenski.

Op jonge leeftijd behaalde hij de eerste prijs op het "Internationaal Jongeren festivalconcours" van het Festival van Vlaanderen en werd hij begeleider aan het Gentse Conservatorium. Door zijn soepelheid en veelzijdigheid werd hij gevraagd door solisten met een internationale uitstraling zoals o.a. Michael Bezkverny, France Springuel en Zeger Vandersteene.


Eline Delis ◆ sopraan

De sopraan Eline Delis was al vroeg met muziek bezig. Na orgel en dwarsfluit te hebben gestudeerd, is ze begonnen aan een zangstudie. Ze heeft zanglessen gevolgd bij Tom de Graaf, Jose Jonkers, Gerard van den Heuvel, Ellen Bollongino en op dit moment volgt zij lessen bij Connie de Jongh.

Eline verleent als koorlid haar medewerking aan het projectkoor van HMR in Bergen op Zoom en het Brabantkoor in Eindhoven.

Solistisch trad zij op bij vocaal ensemble “Bellezze Vocali”.

Bij stichting Klein Podium uit Roosendaal heeft zij in 2010 de rol van Cherobino gespeeld in Mozart’s opera Le Nozze di Figaro en in 2012 en de rol van Zerlina uit Don Giovanni. In 2014 gaat zij de rol van Serpina spelen in de opera La Serva Padrona van G.B. Pergolesi.


Dominique Van Sande ◆ alt

De Vlaamse mezzosopraan Dominique Van Sande studeerde zang bij Louis Devos en Bernadette Degelin. Ze vervolmaakte zich nadien bij Greta De Reyghere en Margarete Honig, en werd laureate van de internationale zangwedstrijd "Destination Musique" te Lille.

Ze was jarenlang soliste van het ensemble Hardscore en zingt regelmatig mee met de vocale ensembles Ex Tempore, Il Fondamento, het Vlaams Radio Koor en het Goeyvaerts Consort.

Met het kamerorkest Prima La Musica was ze soliste in "Music-Hall", een toneelconcert op gedichten van Paul van Ostaijen en muziek van Peter Vermeersch. Daarnaast zong ze in de muziektheaterproductie “GA.n” van Frank Nuyts en de live-uitvoering van Steve Reich’s “Drumming” in een productie van Ictus en Rosas.

Voor de BRTN-televisie nam ze de liedcyclus “Ons Derde Land” van Vic Nees op, en ze was soliste bij de cd-opnamen van “Brusselse en Gentse Kapelmeesters” van Il Fondamento o.l.v. Paul Dombrecht.

Dominique Van Sande is zangdocente aan dé Kunsthumaniora van Antwerpen en het Stedelijk Muziekconservatorium van Leuven. Speciale interesse gaat in haar pedagogie uit naar het “klankgeoriënteerd zingen“, een stem- en zangmethodiek die ontwikkeld werd door Gisela Rohmert.


Renaat Deckers ◆ tenor

Renaat Deckers werd geboren te Essen en studeerde te Brussel aan de Kunsthumaniora en aan de conservatoria van Brussel en Antwerpen. Hij behaalde verschillende diploma’s zoals een eerste prijs notenleer, dwarsfluit (zijn eerste instrument) en kamermuziek. Hij verwierf ook pedagogische diploma's en een meestergraad zang.

Renaat zong in diverse professionele koren zoals het VRT-koor onder leiding van Vic Nees en in het koor "Il fondamento" onder leiding van Paul Dombrecht. Hij zong als solist in binnen en buitenland, en was te horen en te zien in diverse radio-, televisie- en cd opnamen.
Hij werd ook gevraagd ter gelegenheid van creaties van moderne werken. Renaat zong verschillende operarollen bijvoorbeeld in "Le nozze di Figaro", "La Boheme" en operettes zoals "De Zigeunerbaron" en "De Circusprinses".

Renaat is zangdocent aan de Academies van Brasschaat en Wuustwezel. Hij is al geruime tijd dirigent van verscheidene koren zoals de koren "Orphéon" in Brasschaat en "Zing met ons" te Essen-Wildert. In 2012 nam hij nam de artistieke leiding van het "Bel Canto" Vocaal solisten ensemble te Essen op zich.


Dries De Crom ◆ bas

Dries De Crom studeerde zang bij Dominique Maes, Lieven Termont en Govaart Haché. In 2007 behaalde hij een eerste prijs voor solozang op het concours Dexia Classics. Hij werkte mee aan producties van Muziektheater Transparant (Monteverdi - L'Orfeo, Blow - Venus & Adonis) en nam deel aan masterclasses bij o.a. Nicolas Achten, Annie Frantz, Laurence Renson en Maarten Koningsberger.










Recensie De Echo - 22 oktober 2014